peuter-leerprogramma

Er stond een artikel van Sieneke Goorhuis, orthopedagoog aan het UMCG, in de krant: “Stop peuter niet in een leerprogramma”, met als ondertitel “Het klaarstomen van kleine kinderen is onzinnig. Lees voor, praat en speel met ze, dan leren ze genoeg.” Ik ben het helemaal met haar eens.
Ik heb tijdens mijn studie geleerd dat je leert door te spelen. Ik ben daar ook op afgestudeerd. Mijn scriptie getiteld “In beperkte mate” ging over het lerend spelen, maar dan specifiek geent op kinderen met een verstandelijke handicap. Mijn stelling was zelfs om niet in te grijpen in het spelen van kinderen, maar dat standpunt heb ik aan het eind van mijn scriptie toch moeten wijzigen. Je moet wel degelijk bijsturen wanneer het kind zelf of een ander kind onrecht wordt aangedaan. Alle andere manieren van interventies moeten worden gecategoriseerd worden onder beperkingen opleggen. In de praktijk, het opvoeden van 4 kinderen, leg je wel degelijk beperkingen op omdat bijvoorbeeld zand in de keuken net niet uitkomt als de vloer net gedweild is. Leren door te spelen; taalontwikkeling door voorlezen, zingen en praten met een kind; De grove en fijne motoriek respectievelijk door te klauteren, te fietsen en door te plakken, te knippen en te kleien. Ook de legoblokken en het memoryspel helpen het kind te leren. In het algemeen moet dat voldoende zijn om een goede ontwikkeling door te maken.
Eerst was daar de kleuterschool waar de kinderen niet meer mochten spelen, maar direkt al moesten presteren. Gelukkig troffen wij nog ouderwetse juffen aan die het daar niet zo mee eens waren. Maar tegenwoordig zijn er plannen en moet je een scorelijstje bijhouden van een kind. Een kleuter mag geen kleuter meer zijn. En nu mag een peuter al geen peuter meer zijn? Ik hoop dat er nog lang mensen tegen in opstand komen en dat de peuters nog lekker mogen klauteren en fietsen op de peuterspeelzaal. En…. op die manier mogen leren.